Het verhaal van Torpe
Hoi, ik ben Torpe. De jongste van de groep. Als iemand mij nodig heeft, sta ik meteen klaar. Maar dat komt niet zo vaak voor. Ik ben nogal een kluns en dat is niet bepaald handig als je soldaat bent. Vroeger mocht ik ook nooit het geld aan de vechtende soldaten geven. Zij dachten namelijk dat ik ongeluk bracht. Beetje gek natuurlijk, maar het was wel vaak zo dat als ik langs kwam er veel gekke dingen gebeurden. Dan stond ik weer per ongeluk op een voet van iemand, stootte ik een ladder om waar nog een soldaat op stond of vergat ik het hok dicht te doen van de valse waakhonden. Ik kan het beter vinden met de Hulstenaren. Zij doen niet zo moeilijk en als er iets gebeurd, krijg ik niet de schuld en lacht iedereen erom. Dat vind ik wel leuk, de mensen hier lachen om mij. Ze noemen mij ook wel de grappigste Pagadder die ze kennen!
Torpe (=Onhandig) bij de Vindplaats:
Ik vind dit de meest spannende plek van de stad. Op de vestingwal met aan de ene kant de naderende vijand en aan de andere kant de prachtige stad Hulst. Onze stad. Het is lang geleden dat ik hier ben geweest. Ik mocht hier namelijk lange tijd niet meer komen. Dat had te maken met een mortier die hier stond. Een mortier is een soort kanon. Op een dag was niemand in de buurt en ik wilde ook wel eens met zo’n kanon schieten. Dus ik pakte een holle kanonskogel, stopte die vol met buskruit en een lont. Nadat ik de kogel afgesloten had met een houten stop, stak ik de lont aan. Vervolgens neergelegd in de loop van de mortier, snel weggerend en toen was het afwachten achter de helm van Gigante. Maar mijn lont was veel te kort. BOEM! De mortier spatte uit elkaar en de resten vlogen in het rond. Zelfs tot in de Bierkaai. Daar zijn later nog de resten van gevonden. En ik? Ik ben blij dat ik hier weer eens ben. Hé kijk, daar ligt nog een kanon en kanonskogels! Kan ik daar nog iets mee?
Bekijk hieronder het verhaal van de Pagadders